De Nederlandse economie groeit en de werkloosheid daalt. Goed nieuws, zou je zeggen. Maar dat geldt lang niet voor iedereen.

De werkgelegenheid in Nederland groeit de komende jaren naar verwachting niet voldoende om iedereen aan een betaalde baan te helpen, schrijft uitkerings- en banenorganisatie UWV in een woensdag gepubliceerd rapport.

“Na jaren van crisis draait onze economie weer goed. Maar dat zal niet zo ervaren worden door werknemers die de afgelopen periode hun baan verloren en nu langdurig aan de kant staan”, aldus Tof Thissen, directeur van het UWV Werkbedrijf.

De werkloosheid daalt weliswaar naar verwachting, tot 4,7 procent in 2021. Maar onderliggend blijven er grote problemen op de arbeidsmarkt.

Business Insider licht vier trends uit die in het rapport worden benoemd.


1) Banengroei en vacatures na 2017 beperkt

Het UWV wijst erop dat het effect van de aantrekkende economie op de arbeidsmarkt na 2017 veel minder sterk zal zijn, dan dit jaar.

Zo halveert de jaarlijkse banengroei naar verwachting vanaf 2018 en neemt het aantal vacatures vanaf dat moment maar mondjesmaat doet.


2) Arbeidsproductiviteit stijgt: gemengde zegen

Een opvallende ontwikkeling is dat de arbeidsproductiviteit naar verwachting de komende jaren weer flink toeneemt.

Volgens economen is het effect tweeledig. Een toenemende arbeidsproductiviteit wijst op technologische vooruitgang en betere scholing en is op de lange termijn gunstig voor de economie.

Maar op korte termijn kan het ook betekenen dat verhoogde efficiëntie ervoor zorgt dat hetzelfde werk met minder mensen kan worden gedaan, waardoor er aan bepaalde banen minder behoefte is.


3) Jongeren, laaggeschoolden en migranten blijven achter

De officiële werkloosheidscijfers maskeren dat er grote groepen zijn die buiten de arbeidsmarkt vallen, zo stelt het UWV. Denk aan mensen die zo ontmoedigd zijn dat ze niet meer solliciteren. Daarnaast zijn er parttimers die meer uren willen werken en zijn er grote groepen gedeeltelijk arbeidsongeschikten die buiten de boot vallen.

Bij de zwakke groepen wijst het UWV expliciet op jongeren, laagopgeleiden en niet-westerse migranten. Deze groepen zijn oververtegenwoordigd in de officiële werkloosheidscijfers.

"Migrantenjongeren zijn gemiddeld lager opgeleid dan hun autochtone leeftijdsgenoten. Dit geldt vooral voor Turkse en Marokkaanse jongeren. Ook zijn jonge migranten vaker voortijdig schoolverlater dan autochtone jongeren. Mogelijk ondervinden migrantenjongeren tijdens hun schoolopleiding (maar ook daarna) nadeel van hun sociaaleconomische achtergrond", merkt het UWV op.

Tijdens de economische crisis is ook de werkloosheid onder niet-westerse migranten relatief sterk gestegen, stelt het UWV.


4) Winnaars en verliezers

Per saldo identificeert het UWV groepen met een 'sterke' en een 'zwakke' arbeidsmarktpositie. En bij deze groepen kun je nog kijken of de positie de afgelopen jaren is verbeterd of verslechterd.

In het kwadrant linksboven van de tabel zitten de winnaars die het beter hebben gekregen: mannen tussen de 45 en 55 jaar en vrouwen tussen de 25 en 55 jaar, specifiek als ze hoog zijn opgeleid.

In het kwadrant rechtsonder zitten de verliezers die het slechter hebben gekregen: jonge, laagopgeleide mannen, specifiek mannen onder niet-westerse migranten en migranten in het algemeen.


LEES OOK: Laten we de ogen niet sluiten voor de ongemakkelijke cijfers achter migratie

immigratie, verzorgingsstaat, arbeidsmarkt